Maandag 11 april 2022 in Vitelia Voeders

Ik wil het maximale eiwit van eigen land halen

Jan doet op zijn bedrijf iets speciaals, hij heeft een eigen weidesysteem bedacht. Joep vraagt hem naar het waarom en om iets te meer vertellen over zijn manier van beweiden.

Het bedrijf van:

Jan, Annemie & Rik van der Staak

In gesprek met: Jan van der Staak (56)
Bedrijfslocatie: Ysselsteyn (L)
Bedrijfsomvang: 95 melkkoeien, 15 hectare gras

De cijfers:

  • 9.360 kg. melk per koe
  • 4,27% vet
  • 3,44% eiwit
  • 1.562 kilo krachtvoer verbruik per koe per jaar
  • €3.050 krachtvoersaldo per koe per jaar (melkopbrengst - krachtvoerkosten)

Om voldoende ruwvoer te hebben wordt er jaarlijks 15 hectare mais en 300 ton droge stof (kuilgras) aangekocht


Joep van Rijt, verkoopadviseur bij Vitelia Agrocultuur en Vitelia Voeders, is te gast bij Jan van der Staak in Ysselsteyn. Jan is in 1970 op 4-jarige leeftijd met zijn ouders vanuit Heusden naar Ysselsteyn verhuisd. In 1997 hebben Jan en zijn vrouw Annemie het bedrijf van zijn ouders overgenomen en uitgebreid. Inmiddels is zoon Rik ook deels werkzaam op het bedrijf. Hij combineert zijn werkzaamheden thuis met een baan bij AB Werkt. Jan is ook als bestuurder actief in de Raad van Commissarissen van Coöperatie Vitelia.

Jan doet op zijn bedrijf iets speciaals, hij heeft een eigen weidesysteem bedacht. Joep vraagt hem naar het waarom en om iets te meer vertellen over zijn manier van beweiden.

Wat is de reden dat je hebt gekozen om te gaan beweiden?

Jan: “In 2008 hebben we een nieuwe ligboxenstal gebouwd met daarin één melkrobot. We hebben toen een gedeelte van de koeien traditioneel gemolken en een deel met de robot. Hierdoor konden we alleen aan deelweidegang meedoen.

In 2017 zijn we vanwege de economische omstandigheden gestopt met robotmelken en zijn we alle koeien weer traditioneel gaan melken. Dus vanaf 2017 zijn we omwille van de kostprijs gaan beweiden. Op het moment dat de koeien naar buiten, de wei in gaan, gaan de krachtvoerkosten omlaag met ongeveer 2 cent. Dat is de reden waarom we voor weidegang hebben gekozen en dus niet voor weidepremie. Het ging ons om het saldo.

De doelstelling van het beweiden is om het maximale eiwit van het eigen land te halen. Met 15 hectare gras in eigendom lukte het ons in 2021 om 28% eiwit van eigen land te halen. Hierdoor hebben we door het jaar heen een krachtvoerverbruik van 16,7 kg per 100 kilo melk.

Momenteel leveren we VLOG melk aan Friesland- Campina. Dit is een extra drijfveer om meer eiwit van eigen land te halen zodat er minder VLOG eiwitrijke krachtvoeders aangekocht hoeven te worden. We sparen door deze manier van weiden op zowel krachtvoer- als op loonwerkkosten.”

Kun je wat vertellen over je beweidingssysteem?

Jan: “In 2017 is zijn we gestart met een soort van nieuw Nederlands weidesysteem. Hierbij krijgen de koeien om de zeven dagen een nieuw perceel te beweiden.

Vorig jaar hebben we de huiskavel van 11 hectare opgedeeld in twee blokken van 5,5 hectare en deze blokken opgedeeld in 14 kleine percelen.

Dit met als streven om onze koeien smakelijker gras aan te bieden. In totaal dus 28 aansluitende perceeltjes over een lengte van 1 kilometer. Door de koeien dagelijks een nieuw perceel aan te bieden sturen we op een maximale opname van vers gras.

Op deze manier bieden we de koeien gedurende 200 dagen vers en smakelijk gras aan.”

Met intensief beweiden en maaien lukt het om 13 ton droge stof per hectare te halen

Hoe ziet je zomerrantsoen eruit en hoe zorg je ervoor dat het gras in de wei maximaal wordt opgenomen?

Jan: “In het weideseizoen gaan de koeien ’s ochtends na het melken meteen naar buiten. Ze blijven dan gemiddeld 6 á 7 uur per dag buiten, grofweg van 8.00 tot 14.00 uur.

Hoeveel de koeien buiten werkelijk opnemen rekenen we terug naar gemiddeld 4,5 kg. droge stof per dag. Dit zal dagelijks fluctueren tussen de 3 en 6 kg droge stof vers gras. Bij weidegang is de melkproductie een gevolg van de omstandigheden buiten zoals de kwaliteit van het gras en de weersomstandigheden. Dan is het juist de kunst om het te laten gebeuren, de koe kan veel meer dan menigeen denkt. Om een maximale opname uit de wei te halen is het belangrijk dat je de koeien gretig houdt en dat ze staan te ‘springen’ om naar buiten te gaan. De balans hierin is erg belangrijk.

Op de dag dat de koeien naar buiten gaan, doen we geen krachtvoer in de mengvoerwagen. Daarnaast gaat de krachtvoertabel met 10% omlaag.

Dat houdt dus in dat er 5 kg. minder krachtvoer per 100 kg. melk wordt gevoerd vanaf de eerste dag van beweiden. Veel boeren verliezen de eerste winst door het krachtvoer te lang in het basisrantsoen te laten.

Wanneer de koeien ’s middags naar binnen komen krijgen ze aan het voerhek snijmais om het gras dat ze op hebben te compenseren. ’s Middags na het melken krijgen ze kuilgras, snijmais en bietenpulp.

Door het kwalitatieve goede weidegras lukt het in de zomer om het krachtvoerverbruik onder de 15 kg. per 100 kg melk te houden. Hierbij kijken we vooral naar het voersaldo. Dat betekent dat de melkproductie kan fluctueren maar zolang de ‘input’ laag is maakt dit niet uit. Door zoveel mogelijk vers gras in de koe te krijgen, bespaar je hiermee inkuil verliezen in de vorm van eiwit en energie verlies. Deze verliezen hoeven niet gecompenseerd te worden via krachtvoer in het rantsoen.”

Wat kun je vertellen over het in stand houden van goed en smakelijk gras?

Jan: “De smakelijkheid van het gras komt juist door elke dag een nieuw stuk vers gras aan te bieden. Daarnaast is het belangrijk om de beweidingspercelen korter te maaien zodat gras het niet verstikt. Hiermee houd je het smakelijker.

Een goede manier van bemesten heeft ook invloed op de smakelijkheid. Door de kunstmestgift juist later in het seizoen in te zetten is er geen smaakbederf. In het weideseizoen beperken we de drijfmestgift tot kleine hoeveelheden.

Daarnaast heb ik zelf ervaren dat koeien niet graag een monocultuur eten, daarom heb ik een deel van het grasland met kruiden ingezaaid. Het gras wordt hierdoor nog smakelijker.”

Hoe zie jij de relatie tussen bodem en de koe?

Jan: ”Met intensief beweiden en maaien lukt het om 13 ton droge stof per hectare te halen. Hiermee geef je minder stikstof aan de grond dan dat je onttrekt. Daarom ben ik, om de bodem te voeden, begonnen met het toevoegen van steenmeel.

Daarmee voeg ik spoorelementen toe die er voor zorgen dat de in het bodemleven aanwezige organische stof wordt omgezet in stikstof. Door een goede bodemkwaliteit na te streven krijg je een goede graskwaliteit. Als de bodem in balans is, groeit er goed gras.

De bodem is pas in balans als alle elementen goed beschikbaar zijn. Je kan het gras voeden door op macroniveau elementen toe te voegen maar ook door er voor te zorgen dat je bodem deze vrijgeeft. Een gezonde bodem met voldoende bodemleven is natuurlijk lastig meetbaar. Voor mij is het een goed teken dat mestflatten altijd vrij snel weg zijn.

Wat zijn je toekomstplannen?

Jan: “Ik ben altijd op zoek naar verdere optimalisering. Dit betekent dat ik streef naar nog meer grasopname in de wei en dat er dus minder ingekuild hoeft te worden.

Hiermee bespaar ik nog meer op loonwerkkosten. Voor komend jaar betekent dit dat ik ga proberen om de koe langer gras aan te bieden. Dit betekent inscharen tussen het tweede en vijfde bladstadium, dus tussen de 1.800-2.400 kg droge stof.”