Donderdag 12 januari 2023 in Vitelia Voeders

Melk met lagere CO2

De groeiende vraag vanuit de markt naar duurzamere producten wordt door melkleveranciers en de veehouderij op verschillende manieren beantwoord. Een voorbeeld van zo’n duurzaamheidskenmerk waar naar gekeken wordt bij melkvee is de CO2-emissie in g/kg melk.

Verschillende concepten zoals de duurzaamheidsprogramma’s van Bel Leerdammer, Cono en On the Way to PlanetProof van Friesland Campina stellen eisen aan of belonen een lage CO2-emissie in de melk.

Naast de vele andere aanvoer bronnen van CO2 op een melkveebedrijf heeft ook de aankoop van voer heeft op de CO2-emissie in de melk, met als gevolg dat de carbon footprint van voeders ook steeds belangrijker wordt. Ongeveer  20-30% van de CO2-bronnen is afkomstig uit de aankoop van krachtvoer. Een onderdeel van de carbon footprint van grondstoffen komt vanuit de LUC (land use change). Vooral bij producten die van soja zijn afgeleid speelt dit een grote rol. In een gemiddeld productievoer wordt 30% van de carbon footprint bepaald door het gebruik van sojaproducten.

Bij Vitelia wordt het voer geproduceerd volgens hoogwaardige duurzaamheids criteria. Hierbij worden bewuste keuzes voor bepaalde grondstoffen en productietechnieken gemaakt. Ook de vraag naar duurzame producten die een lage impact hebben op de carbon footprint hoort hierbij. Daarom maken we een bewuste keuze om duurzame soja in te kopen voorzien van certificaten, aanvullend op de RTRS-certificaten die al worden ingekocht. De voordelen op de carbon footprint van het voer worden hiermee door het hele assortiment en de eigen samenstellingen doorgevoerd.

Rekenvoorbeeld

Op een bedrijf, met gemiddeld 110 melkkoeien, wordt op jaarbasis 1.237.500 kg FPCM-meetmelk gemolken. In totaal wordt aan alle dieren ongeveer 300.000 kg krachtvoer gevoerd per jaar. In dit voorbeeld draagt het krachtvoer voor 26% bij aan de emissie van CO2-equivalenten per kg meetmelk. Bij het huidige assortiment, waarvoor we specifieke soja-certificaten inkopen, wordt in dit voorbeeld op jaarbasis een verlaging van 98 g CO2-eq/kg FPCM bereikt ten op zicht van voorheen. Hierdoor wordt het aandeel als CO2-bron vanuit het krachtvoer met 8,6% verlaagd. Bovendien is het beperken op de krachtvoergift, om op die manier de CO2 via de aanvoerbronnen te verlagen, zeker niet een juiste oplossing. Want meer melk betekend een lagere CO2-eq per kg FPCM. Dus beperk daarbij niet op het voeren.