Zondag 5 mei 2024 in Vitelia Voeders

Nieuwe wetgeving noodaggregaat per 1 juli 2024

Aanleiding voor de nieuwe normen is de invulling van een open norm ‘het besluit houders van dieren’ voor het hebben van een passend nood- en alarmsysteem en het regelmatig testen van dat alarmsysteem. Hierin wordt geen specifiek onderscheid gemaakt in diersoorten, maar gaat het om alle dieren die afhankelijk zijn van kunstmatige ventilatie.

Wettelijke eisen noodaggregaat: 

Bij stroomuitval moet het noodstroomaggregaat: 

  • Direct in werking gaan als het alarmsysteem afgaat. Of direct kunnen worden aangesloten, voor zover het een handmatig aan te sluiten noodstroomaggregaat betreft. Te allen tijde moet worden voorkomen dat de ventilatie uitvalt. 

  • Over voldoende brandstof beschikken om zes uur te kunnen draaien. 

  • Elke maand moet de aggregaat worden getest om de juiste spanning en frequentie in kaart te brengen. 

  • Eens per jaar moet een controle van de hele noodstroomvoorziening plaatsvinden. 

Doorgaans wordt gebruik gemaakt van drie soorten noodstroomaggregaten: 

  • Aggregaten die automatisch aangaan op het moment dat het alarmsysteem afgaat. 

  • Aggregaten die via een schakelaar in het systeem handmatig moeten worden aangezet als het alarm afgaat. 

  • Aggregaten die aan een externe aanvoering worden gekoppeld; bijvoorbeeld trekker-aggregaat. De opstelling moet zodanig zijn, dat directe aansluiting mogelijk is (er mogen zich geen objecten op of rondom het aggregaat bevinden. Ook moet de aggregaat op de bedrijfsvestiging aanwezig zijn). 

De wetgeving geeft alleen ruimte voor een noodaggregaat. Andere systemen zoals een accu op zonnepanelen is dus niet toegestaan. De energietransitie gaat snel, waardoor alternatieven voor een noodstroomaggregaat denkbaar zijn. 

Alarmering 

Vorig jaar juli was de wet al ingegaan rondom alarmering. Waarbij o.a. een alarmplan verplicht is. Hierop wordt actief gecontroleerd door de NVWA. Uit de eerst controles blijkt dat op sommige bedrijven nog geen alarmplan aanwezig is. Als deze niet aanwezig is, volgt een boete. In het alarmplan moeten onder andere staan hoe gehandeld moet worden als het alarm afgaat, de namen en telefoonnummers van alarmopvolgers en storingsdienst en hoe het systeem wordt getest.