Voorkom boterzuur in de melk
We krijgen de laatste tijd vaak de vraag van klanten waar boterzuur in de melk vandaan komt. Dit omdat er geregeld een uitslag terugkomt met +/- of zelfs +/+.
Maar wat is boterzuur?
Waar komt het vandaan en hoe kunnen we een volgende attentie voorkomen?
Boterzuur is een vluchtig vetzuur (evenals azijnzuur en propionzuur) met een zeer penetrante geur (zweetvoeten, sterke kaasgeur) en een onaangename smaak wanneer deze in het ruwvoer zit.
In de pens worden door pensmicroben vluchtige vetzuren gevormd (azijnzuur, propionzuur en boterzuur). Boterzuur wordt met name gevormd bij de afbraak van suikers en onbestendig zetmeel en is zeer belangrijk voor de energievoorziening van de pens- en darmwand. Boterzuur wordt samen met azijnzuur ook gebruikt bij de vorming van melkvet.
Eigenlijk zijn het niet de boterzuurbacterien die de problemen in de melk veroorzaken, maar de boterzuursporen.
Schoon en hygiënisch werken
Boterzuursporen komen van nature voor in water, grond en mest. Bij een goed geconserveerde kuil zullen er ‘maar’ 100 tot 1.000 sporen per gram voer aanwezig zijn. Bij slecht geconserveerde kuilen kan dit oplopen tot meer dan een miljoen. Met goed geconserveerde kuilen kunnen dus veel problemen voorkomen worden!
Verder is het zaak om schoon en hygiënisch te werken tijdens het melken. Denk hierbij ook aan schone roosters, boxen en scheer de staarten en uiers.
Er zijn genoeg lijstjes te vinden die aangeven waar je op kunt letten bij problemen met boterzuursporen. Echter wanneer ze vanuit het ruwvoer komen, moeten we daar gaan kijken naar de oplossing.
Maiskuil
We merken momenteel dat het ‘boterzuur probleem’ vaak vanuit de maiskuil komt.
De droge slecht geconserveerde maiskuilen van afgelopen jaar bevatten veel broei en schimmel waardoor deze veel boterzuursporen bevatten. De beste manier om problemen met boterzuur te voorkomen is door deze schimmel- of broeilaag niet te voeren aan de koeien.
Wanneer er voldoende ruimte in de opslag is, dan kan het verstandig zijn om de kuil plat te trekken en met een vochtig bijproduct af te dekken zodat de bovenlaag goed afgesloten wordt en de voersnelheid hoger wordt. Voorbeelden van een vochtig bijproduct zijn citruspulp, aardappelpersvezel, appelpulp, o.i.d.
Komt u niet tot een passende oplossing? Neem dan gerust contact op met een van onze adviseurs en dan kijken we samen hoe we u verder kunnen helpen.